We maken het ons steeds gemakkelijker in Lanza. Inmiddels zijn er een paar echte tafels en stoelen. Zo hebben we nu een vat met een kraantje eraan om je handen te wassen. Deze dingen zijn met de laatste ebola epidemie in Oost Congo massaal verspreid. Bij elk huis zou er een moeten staan. In de steden zie je ze vooral veel. Hier in Lanza is die van ons de enige. Handen wassen gaat hier wat anders. Als je ergens te gast bent voor het eten, komt er voor het eten een dame langs met een waterkan, een stukje zeep en een bakje. De dame giet water over je handen, je zeept in en vervolgens spoelt ze weer water om de zeep af te spoelen. Alles bijzonder hygiënisch maar wel omslachtig. Met ons vat met kraantje werkt het iets makkelijker: zelfbediening. Ook kunnen sinds kort ons eigen gebakken brood eten. Dit werkt via een primitief soort oven: een grote pan op een houtskoolvuur. Onder in de pan gaat een laag zand en daarop het broodblik. Deksel op de pan, en klaar is de oven.
Sinds twee weken hebben we een fijne hulp in de huishouding, genaamd Kabibi. Het is een dochter van een van de voorgangers. Ze is een alleenstaande moeder van drie kinderen. Kabibi helpt mij met het vegen, afwassen, kleren wassen met de hand, eten koken op houtskool en ook waterputten. Ik heb haar leren broodbakken en dat doet ze nu twee keer per week. Elke zaterdag smeert ze ook nog eens alle vloeren opnieuw in met modder zodat het minder stoffig is. Iedere goede Congolese huisvrouw doet dit eenmaal per week, aldus Kabibi. Ze heeft schijnbaar een onuitputtelijke energie en werkt met plezier. We zijn heel blij met haar.
Na lang wachten hebben we onze instrumenten tevoorschijn gehaald. Roelof speelt af en toe een liedje op de gitaar en ik op de elektrische piano. Dat is leuk en de buurkinderen komen langs om ernaar te luisteren. Er zijn hier veel buurkinderen van heel klein tot middelbare schoolleeftijd en ouder. Als ik ’s ochtends naar de wc loop langs het erf van de buren, roepen ze me al toe in het Bangala: Goedemorgen, (Mbote) en ik antwoordt: Zijn jullie goed opgestaan? (Bolamoki?) en ze antwoorden: goed (malamu!). Tja, je moet hier geen last hebben van een ochtendhumeur. Het sociale leven begint zodra je de deur uitstapt.
Het landbouwwerk komt goed op gang. We zijn nu al voor de vierde week bezig met een groepje van vier jongeren, die de kneepjes leren van de eerste pijler: zaaien zonder te ploegen. De groepjes worden twee weken lang getraind en daarna kunnen ze vier andere gezinnen gaan zoeken om samen een groep te vormen. In elke groep zitten ook een aantal kwetsbare gezinnen, zoals weduwen en alleenstaande ouders. Dit worden de gezinnen waar we uiteindelijk mee gaan werken. We zijn bezig met het opzetten van een kredietsysteem voor deze groepen.
We hebben op die manier al een mooi oppervlakte aan demonstratievelden zaai-klaar gemaakt en een gedeelte is ingezaaid met mais. Het wachten is nu op de regens. Afgezien van een paar vroege regens, is het hier nog kurkdroog en heel heet overdag. De grond is dus nog heel droog en keihard. Vanaf half maart worden de regens verwacht. Deze week zijn we naar een naburig dorp geweest waar een evangelist woont die ons veel cassave- en bananenstekken kan leveren. Roelof heeft een training gegeven in hoe je hygiënisch stekken kunt maken, door de instrumenten regelmatig boven een vuurtje te steriliseren. Zo wordt de verspreiding van ziektes als gevolg van bacteriën en virussen voorkomen (pijler 4).
Ook vlak bij huis zijn we bezig een veldje te bewerken zonder te ploegen. We zaaien hier mais en boontjes in. Het is heerlijk dat je zo uit huis je veld op kunt lopen. Elke ochtend worden we bij zonsopgang gewekt door een koor van vogels en de kippen die hier overal rondlopen. Het leven is echt gemoedelijk en de natuur is prachtig. We danken God elke dag dat we hier mogen wonen en werken.