Bouwen en planten

Bouwen

Het fundament is gelegd! Bijna twee weken zijn de metselaars ermee bezig geweest. Ons huisje in Lanza begint vorm te krijgen. Het voorwerk is al eerder gedaan: een vrachtwagentje heeft grote keistenen vervoerd naar de bouwplek. Voor het fundament worden eerst de geulen uitgegraven. Deze worden gevuld met de stenen, op maat gemaakt met een sloophamer, netjes ingepast en aan elkaar gekit met een mengsel van leem en water. Het is zwaar werk. Het water voor de leemmassa wordt aangedragen door vrouwen van de kerk. Roelof en ik zijn heel blij met deze hulp!

Als alle stenen zijn gelegd komt de tweede fase, het aanbrengen van de bovenlaag. Deze wordt netjes afgedekt met een laag cement, vermengd met water en grind. Het grind komt van de overkant van de rivier. Een paar zeer sterke mannen scheppen het in zakken (van 60 à 70 kg!). Ze varen deze in een kano over de rivier en slepen ze de helling op. Vervolgens komt Roelof die de zakken met grind met de auto naar de bouwplaats vervoert. De laatste fase is het afwerken van de zijwanden: alle naden worden gedicht met een laagje cement. Nu kan het echte bouwen beginnen.

Bakstenen worden hier lokaal gemaakt uit de leemgrond. We hebben een machine gekocht waarmee je bakstenen kunt persen. Ook dit is weer heel zwaar werk. De machine heeft een persvorm waarin een hoeveelheid leem wordt geschept, het deksel gaat dicht en nu maar persen met de hefboom. Dan de hefboom omdraaien, het deksel opendoen, de inhoud naar boven persen en klaar is de baksteen. Op deze manier kunnen gemiddeld 50 stenen per uur worden gemaakt. We hebben er ongeveer 25.000 nodig. Reken maar uit, dat gaat dus nog wel even duren…

Als alle stenen klaar zijn, worden ze gebakken in en lokale baksteen-oven. We schatten dat we eind juli de stenen kunnen bakken en begin augustus met de bouw kunnen beginnen.

Planten

Met volop regen in de afgelopen weken, wordt er veel geplant. Mei is hier de maand voor inzaaien van rijst. Wij hebben ook ons eerste rijstveld ingezaaid, natuurlijk zonder te ploegen. We hebben nog weinig ervaring met rijst, dus we laten ons volop adviseren door de mensen uit Lanza. We planten ook blijvende gewassen: bananen en koffie. Hierbij maken we weer volop gebruik van de lokale kennis. Bij alles geldt: we ploegen de grond niet om.

Jan Pierre op zijn veld

Ook de mensen in de 4Pijlers-groepen zijn actief bezig met het inzaaien van hun velden en ze passen al voorzichtig de techniek toe van het niet-ploegen. De eerste resultaten daarvan zijn heel bemoedigend. Ook mensen uit onze eigen groep zijn hard aan het werk. Jean Pierre, de gepensioneerde schoolmeester toont Roelof trots zijn pas ingezaaide rijstveld.

Bloemen

Steeds weer komen we prachtige bloemen tegen. We zien allerlei soorten orchideeën en mooie lelies in bloei en deze week zag ik een prachtige Afrikaanse gladiool in het wild. Het is echt een voorrecht om in zo’n prachtig gebied te mogen wonen en werken. De mooie natuur geeft ons leven hier kleur. .

Lief en leed

Reizen

De week na Pasen is er een belangrijke bijeenkomst voor de CECA kerk in Bunia. Er worden verkiezingen op landelijk niveau gehouden. Ook wij zijn daar als zendelingen van de CECA bij uitgenodigd samen met twee voorgangers uit Lanza. Er worden een nieuwe landelijke voorzitter en voorzitters van de verschillende regio’s verkozen. De vergaderingen zijn niet bijster interessant om bij te wonen maar het is wel weer even leuk om in Bunia te zijn, te genieten van het luxere leven daar, het ontmoeten van oude vrienden en bekenden en van het zwembad. Ook is het een mooie gelegenheid om inkopen te doen voor het project: landbouwzaden en diverse andere producten en bouwmateriaal voor ons huis. De reis naar Bunia en terug is iets minder luxe. De wegen zijn redelijk maar op sommige punten ronduit slecht. Op de heenreis kost ons dat ongeveer een uur extra, op de terugweg is de weg nat door hevige regenval en duurt de reis wel vier uur langer. Vrachtwagens blijven vastzitten in kleiachtige blubber met grote plassen. Een volgeladen wagen valt om boven op een andere en blokkeert de weg. We leren hierdoor wel en dat alles niet eventjes te plannen en te regelen valt, het is een oefening in geduld. Gewoon wachten totdat de wagens uitgegraven zijn en de stroom auto’s voorbij is en jezelf aan de beurt bent. De terugweg duurt 14 uren, een hele lange dag. Zondagavond om 9 uur zijn we terug in Lanza, dankbaar voor de behouden reis.

Sinds kort heb ik mijn Congolese rijbewijs kunnen kopen omdat mijn nieuwe Nederlands rijbewijs hier eindelijk per post is aangekomen. Diezelfde week nog ga ik zelf met de auto naar de markt. De mensen hier moeten er nog wel aan wennen: een vrouw achter het stuur!

Kinderen

Net als over de hele wereld spelen kinderen spelen in Congo graag. Ze moeten het hier doen zonder tv, computers en telefoons. Het speelgoed wordt gemaakt van afgedankt of waardeloos materiaal: autootjes, gemaakt van afval hout of plastic flesjes helicoptertjes van een mangoblad, een hoepel van een oud fietswiel. Verder doen ze aan boompje klimmen, mango’s kapen en verkleedspelletjes. Reken maar dat ze plezier hebben samen! Er zijn ook ruzies, net als overal. Ik vind het ontroerend om te zien hoe ze zich met weinig luxe kunnen vermaken.

Maar ze worden ook al jong aan het werk gezet: de jonge meiden moeten waterputten, hout halen, lasten dragen op hun hoofd, op de kleine kinderen passen, hun moeder helpen in de keuken en op het veld. De jongens helpen hun vader bij het hakken van bomen, en bij het zware werk op het veld. Zo draaien de kinderen al heel jong mee in de volwassen wereld.

Leed

In de 12 weken dat we hier wonen, zijn we getuige van de sterfte van zeker zeven kinderen. En dat alleen in Lanza, een dorp van niet meer dan 1000 inwoners. Drie hiervan zijn overleden rond de bevalling, de anderen waren jonge kinderen, tussen één en twee jaar oud. De doodsoorzaken zijn malaria, mazelen en andere infectieziekten, of onbekende oorzaken. Bij onze kennismaking met mensen uit onze 4Pijlers groepen blijkt dat zelfs in de jonge gezinnen al een of meer van de kinderen zijn overleden. Wat een leed! Zo vaak zijn het ziekten die in ons land te genezen zouden zijn. Wat is er aan de hand dat er hier zoveel mis gaat? Missen de kinderen hun vaccinaties? Is de medische zorg niet adequaat? Ik probeer hierover meer aan de weet te komen in de toekomst.

Deze week maak ik van dichtbij de begrafenis mee van een kind van een jaar, overleden aan de gevolgen van mazelen. Het kistje is nog open, ik mag nog even het hoofdje van het kindje zien. Daarna wordt het alleen bedekt met een kleed.
We lopen met alle mensen naar het grafje. Onderweg nemen de mensen uit de stoet een steen mee voor de bedekking van het graf. Daar aangekomen, legt iedereen zijn steen naast het graf neer. Dan begint de plechtigheid met een Bijbelvers en gebed en vervolgens wordt de deksel geplaatst en laat men de kist in het grafje zakken. De moeder huilt hartverscheurend. Ze wordt getroost door de oudere vrouwen om haar heen. De vader is er niet bij, hij is ergens ver weg. We zingen samen een lied, er wordt nog een keer gebeden en dan is het voorbij. Een paar jonge mannen dichten het graf direct en stampen het zand met stokken aan. Er is troost: dankzij het geloof in Jezus is er de hoop op de opstanding en het eeuwige leven, ook voor dit kind! De stoet keert terug naar het huis van de familie. Er volgt een korte dienst en daarna is er eten voor iedereen. Het verdriet is groot, maar het wordt gedragen door de hele gemeenschap. Een grote groep mensen waakt met de ouders bij het overleden kind en na de begrafenis blijven veel mensen hen nog dagenlang gezelschap houden.

de moeder omringd door oudere vrouwen