Chauffeur
Op 25 mei zet ik Roelof af bij de grens naar Oeganda. Hij gaat daar de komende drie weken een opdracht uitvoeren voor ZOA Oeganda. Nu sta ik er eventjes alleen voor! De volgende dag reis ik terug van Aru naar Lanza met twee Congolese broeders. De kerkleiders uit Lanza laten ons in principe niet alleen reizen. Er gaat altijd iemand mee voor de veiligheid en eventuele problemen met de politieposten onderweg. Tot nu toe hebben we daarmee dan ook nooit een probleem ondervonden.
Dit is de eerste keer dat ik de enige chauffeur ben in de Toyota pick-up in Congo. Het is best spannend! De reis verloopt naar wens, totdat we op de binnenweg naar Lanza zitten. Het heeft veel geregend en hard gewaaid. Halverwege ligt er een boom dwars over de weg. Na een poosje komt de lokale bevolking te hulp met een bijl. Met vereende krachten wordt de boom op twee plaatsen doorgehakt en van de weg verwijderd. We kunnen weer verder. Er staat ook veel water in de diepe kuilen op de weg, maar dankzij de tractie komen we daar vrij gemakkelijk doorheen. Na ruim vier uren zijn we terug in Lanza, een reis die normaal maximaal drie uur duurt.
De weken daarna mag ik nog verscheidene ritjes uitvoeren: een transport van cassave-stekken uit een naburig dorp, vervoeren van zakken rijst voor een kerkleider en van stenen voor de bouw van een toilet van de kerk. Het hoort er allemaal bij als je een auto tot je beschikking hebt.
Landbouw
Deze weken ben ik druk met het runnen van het landbouwwerk in Roelofs plaats. Elke dag ga ik op de fiets naar de velden waar onze assistenten bezig zijn met het zaaien van rijst, het voorbereiden van nieuwe terreinen en het wieden in de rijst of in de mais die nu al manshoog is. Alles groeit goed maar er zijn ook problemen. Het zijn vooral de wilde dieren die de landbouw in deze streek bemoeilijken. Zo zijn er ratten, marmotten, eekhoorns en patrijzen die de pas gezaaide rijst- en maiskorrels opeten. Verder zijn er rietratten die hele volwassen maisplanten doorzagen en apen die de planten vernielen om onrijpe kolven te eten. Het valt niet mee om al deze rovers van het land te houden! Het meest effectief is een permanente wacht die de dieren op een afstand houdt. We zijn bezig met het bouwen van een hut voor een wacht op het veld, voordat de maiskolven zich ontwikkelen. Daarnaast gaat het trainen van de 4-Pijler groepen gewoon door.rietratten die hele volwassen maisplanten doorzagen en apen die de planten vernielen om onrijpe kolven te eten. Het valt niet mee om al deze rovers van het land te houden! Het meest effectief is een permanente wacht die de dieren op een afstand houdt. We zijn bezig met het bouwen van een hut voor een wacht op het veld, voordat de maiskolven zich ontwikkelen. Daarnaast gaat het trainen van de 4-Pijler groepen gewoon door.
De vrouwen van het Goede Nieuws
Zaterdag 1 juni ga ik op stap met drie andere vrouwen uit Lanza naar een naburig dorp om te evangeliseren. Het is een prachtige wandeling van ongeveer 8 km over een smal pad. We komen door hele stukken ongerepte natuur. In het dorp, Ndai, gaan we op bezoek bij enkele families om het Goede Nieuws te brengen. ‘s-Avonds na de maaltijd zitten we met onze gastfamilie samen rond het vuurtje. Later slaap ik met de drie vrouwen in hetzelfde hutje. De volgende dag is de kerkdienst. Ik word gevraagd om daar het Woord te delen (in het Lingala). De respons op beide dagen is heel positief: tientallen mensen wijden hun leven (opnieuw) toe aan Jezus. Op de terugweg krijgen we de volle laag van een regenbui. Een beetje verkleumd maar zeer dankbaar komen we thuis. Het was een bijzondere ervaring om dit samen met mijn Congolese zusters te mogen doen.
Behalve met evangelisatie, zijn de vrouwen actief in onderling hulpbetoon, het ontvangen van gasten en houden ze wekelijkse bijeenkomsten aan huis. Deze week is er een bijeenkomst bij mij thuis. Er komen in totaal ruim 20 vrouwen. We zingen en bidden samen en luisteren naar een korte meditatie. Na afloop drinken we koffie en thee.
Ongewenste bezoekers
Na de thuiskomst vanuit Aru vind ik enkele indringers in mijn huis. De eerste keer is het een slangetje. Ik voel iets kouds langs mijn voet glijden. Ik kijk, en ja, daar gaat ‘ie, een jong addertje. Hij kruipt onder mijn bed en ik dood hem met een stok. Een andere keer zit ik ’s avonds te eten en zie ik vanuit mijn ooghoek iets over de vloer wandelen: het is een dikke harige spin. De buurman verwijdert het beest en doodt hem. Een andere dag valt er een slangetje vanaf het dak naar beneden op een stoel. Hij is bezig een hagedisje te verschalken. Ook deze wordt, na het nemen van een foto gedood. Ik ben dankbaar voor de hulp van mijn buren en Gods bescherming in deze weken. Toch niet alleen in Lanza!